Waarom wordt nu plots Speculatief Magazine in het leven geroepen? Het lijkt een logische vraag, een vraag die direct heel wat andere vragen oproept. Twee daarvan lijken mij het meeste relevant- waarom zou je fantasy/sci-fi lezen, en waarom moet er een magazine als Speculatief bestaan?
De eerste vraag is een oeroude en is te complex om hier in één artikel een deftig antwoord op te formuleren. De wereld van speculatieve fictie is te groot en te gevarieerd om überhaupt te suggereren dat er één simpel antwoord op bestaat. Sowieso verschilt dit ook van persoon tot persoon. Laat me toch even proberen te verklaren waarom mensen fantasy en science fiction lezen, en waarom deze verhalen een belangrijke rol spelen in onze samenleving.
Fantasy wordt vaak geassocieerd met escapisme. Voor veel mensen zal dit ook een grote reden zijn- het haalt je voor enkele kostbare uren uit de alledaagse ‘echte’ wereld- de wereld vol vervuiling, snelwegen, kantoorgebouwen, zenuwslopende collega’s, huiswerk en belastingen. Sommigen lezen fantasy om zo ver mogelijk te ontsnappen, om niet meer te denken over de problemen van de echte wereld.
Anderen lezen speculatieve fictie met redenen die zo goed als het tegenovergestelde zijn. Boeken als The Left Hand of Darkness of The Dispossessed van Ursula K. Le Guin tonen ons alternatieven van hoe we nu leven. Voor haar betekende sci-fi gedachte-experimenten. Geen voorspellingen of escapisme, geen waarschuwingen in de vorm van een dystopie, maar verhalen. Morele complexiteit, geen gemakkelijke antwoorden, en aantonen dat het ook anders kan dan de vastgeroeste beelden in ons hoofd.
Speculatieve fictie is het werk van kunstenaars. Om Le Guin min of meer te parafraseren- de kunstenaar houdt zich bezig met wat niet in woorden kan worden gezegd. De kunstenaar wiens medium fictie is, doet dit in woorden. De schrijver zegt in woorden wat niet in woorden gezegd kan worden. Woorden kunnen zo paradoxaal gebruikt worden omdat ze, naast een semiotisch gebruik, ook symbolisch of metaforisch kunnen zijn. Alle fictie is metaforisch, science fiction is metaforisch. Wat het apart zet van andere, oudere vormen van fictie zijn de nieuwe metaforen gebaseerd op de dominerende aspecten van het hedendaagse bestaan: wetenschap, alle wetenschappen en technologie, en alles wat er mee te maken heeft. Voor Le Guin betekent SFF dus een alternatief.
De Argentijnse schrijver Jorge Luis Borges stond bekend voor zijn vaak experimentele verhalen van fantastische aard. Zijn grenzeloze verbeelding blijft mensen verbazen, meer dan 120 jaar na zijn geboorte. Zijn verhalen, samen met die van Italo Calvino en modernere schrijvers als Ted Chiang en China Miéville tonen een andere reden waarom mensen speculatieve fictie lezen: omdat het hét genre bij uitstek is voor de verbeelding. Creativiteit en ideeën op overvloed. Vooral oudere science-fiction maakte vaak indruk op veel lezers in het verleden door adembenemende concepten en ideeën. Onbegrijpelijke aliens, steden de grootte van planeten, het einde van de mensheid, menselijke angsten, enzovoort. De kracht van de verbeelding speelt een grote rol.
Escapisme, alternatieven, en verbeelding. Maar wat dan met bijvoorbeeld de werken van Stanisław Lem, Peter Watts, Greg Egan, of het recent verfilmde Dune van Frank Herbert? Deze werken zijn soms satirisch van aard, soms behandelen ze hedendaagse thema’s en leggen ze die onder een ethische loep, of stellen ze vragen waar we eigenlijk geen antwoord op kunnen krijgen of willen krijgen. Met andere woorden, ook uit ethische of filosofische interesse kan je meer dan genoeg speculatieve fictie lezen.
Wat nog? Avontuur, misschien Onze drang naar mythes en legenden. Andere perspectieven. Hypothetische situaties. Nieuwe manieren van denken. Zingeving. Verwondering. Ontsnapping. Entertainment. Prachtige woorden en proza. Politiek (maar niet onze dodende, hypergepolariseerde te dichtbij politiek). Mysterie. Hoop. Onze toekomst en ons verleden. De magie van onze kindertijd. Creatief denken, maar ook kritisch denken. Levensvisies, mogelijkheden, het onverwachte, een goed verhaal, emotie.
Waarom speculatieve fictie en poëzie lezen? Geen flauw idee. Omdat het kan, omdat het bestaat, waarom niet? Het enige dat ik je kan vertellen is dat ik het lees omdat ik het graag lees, en daar ligt de essentie. Speculatief werd gestart omdat ik het uitsterven van internationale speculatieve fictie in het Nederlandstalige landschap betreur. Enkel de grote namen worden nog vertaald, volwassenen durven bijna geen speculatieve fictie meer aan te raken, en hoewel veel mensen de Engelse taal meester hebben, betekent dit dat het speculatieve genre niet kan groeien bij zij die enkel Nederlands spreken, want de nieuwste verhalen (de toekomst van het genre) zijn niet tot hun beschikking.
Het speculatieve genre is diverser, gevarieerder en interessanter dan ooit. Het zou zonde zijn dat Nederlandstalige lezers de kans niet krijgen om van deze prachtige wereld te genieten. Ik hoop dat Speculatief een kleine rol hierin kan spelen. Welke reden je ook hebt, geniet van een goed verhaal en een mooi gedicht.
Goran Lowie
Goran Lowie is een ace/aro leerkracht Niet-Confessionele Zedenleer in het plattelandse Diksmuide. In zijn verwoede pogingen om aan zijn halfdode geboortedorp te ontsnappen is hij uiteindelijk bij speculatieve fictie en gedichten beland. Hij betreurde het gebrek aan aandacht voor de internationale speculatieve kunsten in de lage landen zodanig dat hij besloot om dit magazine op te richten.
Zijn echte obsessie met het genre begon met de overgelijkbare werken van Ursula K. Le Guin, en zijn hart bleef daar voor eeuwig. Andere favoriete auteurs zijn o.a. Patricia A. McKillip, Mary Soon Lee, John Wiswell, Robert Silverberg en Italo Calvino. Je kan hem vinden op Twitter @GoranLowie, waar hij vooral in het Engels tweet over vanalles en nog wat, maar vooral eigenlijk dingen die niet het tweeten waard zijn.
Be First to Comment